De Belastingdienst kan geen ijzer met handen breken bij een afdoende transfer pricing documentatie

Onlangs is een belangwekkende Rechtbank-uitspraak gepubliceerd op het gebied van transfer pricing. De uitspraak is niet alleen interessant omdat Nederlandse rechtspraak over de toepassing van transfer pricing-beginselen zeldzaam is. De uitspraak is eveneens interessant omdat deze duidelijkheid schept over de verplichtingen van de inspecteur enerzijds en belastingplichtige anderzijds. In de kern van de uitspraak beargumenteert de Rechtbank aan de hand van de specifieke feiten welke factoren invloed hebben op de hoogte van de vergoeding voor het omzetten / herstructureren van activiteiten vanuit Nederland naar andere landen (hetgeen tot een hogere winst in Nederland leidt door bijtelling van een “exit charge”). In het kielzog daarvan bevestigt de Rechtbank het belang van een gedegen transfer pricing-documentatie. Juist in geschillen over verrekenprijzen draait het vaak om de onderbouwing en de bewijslast. De Belastingdienst is nl. (nog) niet in staat geweest om haar standpunten afdoende te onderbouwen of anders gezegd: de belastingplichtige had haar verrekenprijzen afdoende onderbouwd.

Feiten & Geschil

De belastingplichtige, die de procedure startte, is een Nederlandse onderneming die onderdeel uitmaakt van een multinationale groep. De operationele activiteiten bestaan uit de verwerking van zinkconcentraat en daarmee verband houdende grondstoffen. Voor 2003 werden de activiteiten in Nederland uitgevoerd, maar in de loop van de jaren werden steeds meer activiteiten ondergebracht bij gelieerde vennootschappen buiten Nederland, het in de procedure omschreven ‘Global Marketing & Services’-team (“GMS”). Door deze samenwerking, die is vastgelegd, konden schaalvoordelen worden behaald op het gebied van inkoop, verkoop en inzet van personeel.

In 2009 is in dit verband een Belgische vennootschap opgericht die, door middel van een Business Transfer Agreement, het werkkapitaal van de Nederlandse vennootschap heeft overgenomen (waarmee alle grondstoffen, onderhanden werk, producten en bijproducten naar België werden verplaatst). Aanvullend werd in 2009 een Cooperation Agreement afgesloten tussen de Belgische en Nederlandse onderneming, op grond waarvan België grondstoffen levert aan de Nederlandse smelterijen, die vervolgens na bewerking in Nederland terug werden geleverd aan België.

Want to read the complete article?
Share this article on:

Patrick T.F. Schrievers

Patrick T.F. Schrievers is a tax lawyer and member of the

Co Author(s):

Related posts

Please feel free to exchange ideas with us on your tax position and/or that of your company.

Contactform

Locations

Nijmegen

FiftyTwoDegrees Jonkerbosplein 52 6534AB Nijmegen The Netherlands

Amsterdam

Nieuwezijds Voorburgwal 162 1012 SJ Amsterdam The Netherlands

Research and Articles

We collect cookies to analyze our website traffic and performance; we never collect any personal data. Read terms