Achtergrond
India's overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belasting ("DTAA's") met 12 landen (namelijk Nederland (1988), de Filipijnen (1990), Frankrijk (1992), België (1993), Spanje (1993), Zwitserland (1993), het Verenigd Koninkrijk (1993), Zweden (1997), Hongarije (2003), Saudi-Arabië (2006), Finland (2010) en Nepal (2011)) bevatten meestbegunstigingsclausules. Terwijl de meestbegunstigingsclausule in de DTAA met de Filipijnen gaat over inkomsten uit luchtvervoer en die in de DTAA's met Saoedi-Arabië en het Verenigd Koninkrijk gaan over aftrek van kosten met betrekking tot vaste inrichtingen, gaan de meestbegunstigingsclausules in de andere 9 DTAA's over de WHT op dividenden, rente, royalty's en vergoedingen voor technische diensten. Hoewel de 9 MFN-clausules verschillend geformuleerd zijn, is het onderliggende doel van deze clausules dat India verplicht is om een "gunstige behandeling" (d.w.z. een lager WHT-tarief of een beperkter toepassingsgebied) te verlenen aan de inwoners van het DTAA-partnerland (met betrekking tot de gespecificeerde inkomstenpost - dividenden en/of rente en/of royalty's) als een dergelijke behandeling wordt verleend aan de inwoners van bepaalde andere DTAA-partnerlanden via DTAA's die zijn gesloten na de DTAA die de MFN-clausule bevat.