Achtergrond
De Raad beschouwt de zwarte lijst van de EU als een gemeenschappelijk instrument voor de lidstaten om externe risico's van belastingmisbruik en oneerlijke belastingconcurrentie aan te pakken. Op de zwarte lijst staan jurisdicties die zich niet op hoog niveau hebben gecommitteerd aan de overeengekomen normen voor goed bestuur. De criteria die de EU-lijst gebruikt zijn (kort samengevat):
- Transparantie
- Eerlijke belastingconcurrentie
- BEPS-implementatie
De rechtsgebieden die momenteel op de EU-lijst staan, zullen van de lijst worden gehaald als ze over het algemeen geen schadelijke belastingstelsels hebben en de minimumnormen van de OESO voor Base Erosion and Profit Shifting (BEPS) toepassen. Daarnaast moeten rechtsgebieden voldoen aan de internationale normen voor automatische informatie-uitwisseling en informatie-uitwisseling op verzoek. Een ander interessant criterium is dat een dergelijk rechtsgebied het multilaterale verdrag van de OESO moet ratificeren of bilaterale overeenkomsten moet ondertekenen met alle lidstaten om deze informatie-uitwisseling te vergemakkelijken.
Welke sancties zijn van toepassing?
Om te beginnen is de zwarte lijst van de EU gekoppeld aan verschillende financieringsprogramma's van de EU, zoals fondsen voor ontwikkelingslanden, het mobiliseren van particuliere financiering voor strategische investeringen en externe leenprojecten in die landen. Fondsen uit deze instrumenten kunnen niet worden gekanaliseerd via entiteiten in landen die op de lijst staan. Daarnaast is er een directe link naar de EU-lijst in andere relevante wetsvoorstellen. Onder de nieuwe EU-transparantievereisten voor tussenpersonen zal bijvoorbeeld een belastingregeling die via een EU-land op de lijst loopt, automatisch aan de belastingautoriteiten moeten worden gemeld. Ook bevatten de Country-by-Country Reporting Standards strengere rapportagevereisten voor multinationals met activiteiten in rechtsgebieden die op de zwarte lijst staan.
Vanuit fiscaal oogpunt zou de belangrijkste sanctie echter zijn dat de lidstaten het eens worden over sancties die op nationaal niveau worden toegepast tegen de opgesomde rechtsgebieden. Deze omvatten maatregelen zoals meer toezicht en audits, bronbelastingen, speciale documentatievereisten en antimisbruikbepalingen.
De zwarte lijst is in directe interactie met (onder andere) de Controlled Foreign Company (CFC) wetgeving. De CFC-wetgeving, die in alle lidstaten is geïmplementeerd als gevolg van ATAD1, bepaalt dat inkomsten die worden gegenereerd door gecontroleerde vennootschappen (i) die zijn gevestigd in rechtsgebieden met een wettelijk tarief van, in het geval van Nederland, minder dan 9% of (ii) die zijn gevestigd in niet-coöperatieve landen die op de zwarte lijst van de EU staan, moeten worden opgenomen in de heffingsgrondslag van de moedermaatschappij van de CFC. De nieuwe CFC-regels zijn in de Nederlandse CIT-wet opgenomen in het nieuwe artikel 13ab CITA. Voor een gedetailleerde uitleg verwijzen we naar onze hoofdartikel over dit onderwerp (zie blz. 4).
DISCLAIMER
De informatie in deze blog is van algemene aard en heeft geen betrekking op de specifieke omstandigheden van een bepaalde persoon of entiteit. De informatie in deze blog is dan ook bedoeld voor algemene informatiedoeleinden en kan niet als advies worden beschouwd. Hoewel we ernaar streven om accurate en tijdige informatie te verstrekken en we grote zorgvuldigheid hebben betracht bij het samenstellen van deze blog, kan er geen garantie worden gegeven dat dergelijke informatie accuraat is op de datum waarop deze wordt ontvangen of dat deze accuraat zal blijven in de toekomst. Niemand dient te handelen op basis van dergelijke informatie zonder passend professioneel advies na een grondig onderzoek van de specifieke situatie. Wij aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele gevolgen van het gebruik van de informatie in deze publicatie zonder onze toestemming.