Nederlandse wetswijzigingen per 1 januari 2018 gericht op versterking belastingklimaat en aanpak belastingontwijking

De afgelopen maanden hebben een duidelijk beeld gegeven van wat we van Nederland kunnen verwachten op het gebied van belastingheffing. De oude regering kondigde op Prinsjesdag formele wetsvoorstellen aan die vanaf 1 januari 2018 van kracht zijn. Een paar weken later, bijna zeven maanden na de verkiezingen in maart 2017, kwam een nieuw gevormde regering met een regeerakkoord dat een aantal interessante fiscale maatregelen bevatte. Het is de bedoeling dat deze fiscale maatregelen op 1 januari 2019 van kracht worden, afhankelijk van het parlementaire proces. In deze blog beginnen we met het bespreken van de impact van de wetswijzigingen die op 1 januari 2018 van kracht worden en die op 19 december 2017 door de Eerste Kamer zijn aangenomen.

Inleiding

De wetswijzigingen zijn over het algemeen in lijn met eerdere aankondigingen en zullen waarschijnlijk gunstig zijn voor internationale structuren waarbij Nederlandse entiteiten betrokken zijn, maar kunnen ook nadelige gevolgen hebben voor structuren waarbij een Nederlandse houdstercoöperatie betrokken is.

De nieuwe wet (i) voert een bronbelastingverplichting in voor houdstercoöperaties; en (ii) verruimt de algemene vrijstelling van de bronbelastingverplichting. Een houdstercoöperatie is een coöperatie waarvan de activiteiten voor ten minste 70% bestaan uit het houden van deelnemingen of het (direct of indirect) financieren van verbonden entiteiten of natuurlijke personen. Onder de huidige wetgeving zijn dergelijke coöperaties, die ook worden gebruikt in internationale belastingstructuren, niet onderworpen aan de dividendbelasting, behalve in bepaalde "misbruiksituaties". Er wordt nu wetgeving voorgesteld om de behandeling van dividend-WBTW voor coöperaties gelijk te trekken met entiteiten met een in aandelen verdeeld kapitaal. Momenteel geldt voor deze vennootschappen een algemene vrijstelling in binnenlandse situaties en voor betalingen uit EU/EER-landen. Daarom zijn dividenduitkeringen door bijvoorbeeld BV's en NV's in principe onderworpen aan 15% dividend WHT.

De wetgeving beoogt het bovengenoemde verschil tussen houdstercoöperaties en naamloze en besloten vennootschappen op te heffen door de inhoudingsplicht op te leggen aan dergelijke coöperaties en de algemene vrijstelling van de inhoudingsplicht voor naamloze en besloten vennootschappen te verruimen. Met de wet om de dividendbelasting op nationaal niveau volledig af te schaffen, waardoor groepsmaatschappijen in principe geen beroep hoeven te doen op belastingverdragen, volgt Nederland naburige jurisdicties als België, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. Om kunstmatige structuren te voorkomen waarbij Nederland wordt gebruikt als een "doorstroomjurisdictie", zijn er echter antimisbruikmaatregelen ingevoerd en is er met name voldoende substantie vereist om ervoor te zorgen dat de dividendvrijstelling alleen van toepassing is in actieve/echte situaties.

Wil je het volledige artikel lezen?
Deel dit artikel op:

Patrick T.F. Schrievers

Patrick T.F. Schrievers is fiscaal jurist en lid van de

Medeauteur(s):

Gerelateerde berichten

Voel je vrij om met ons van gedachten te wisselen over jouw belastingpositie en/of die van je bedrijf.

Contactformulier

Locaties

Nijmegen

FiftyTwoDegrees Jonkerbosplein 52 6534AB Nijmegen Nederland

Amsterdam

Nieuwezijds Voorburgwal 162 1012 SJ Amsterdam Nederland

Onderzoek en artikelen

We verzamelen cookies om het verkeer en de prestaties van onze website te analyseren; we verzamelen nooit persoonlijke gegevens. Voorwaarden lezen