De wetswijzigingen zijn over het algemeen in lijn met eerdere aankondigingen en zullen waarschijnlijk gunstig zijn voor internationale structuren waarbij Nederlandse entiteiten betrokken zijn, maar kunnen ook nadelige gevolgen hebben voor structuren waarbij een Nederlandse houdstercoöperatie betrokken is.
De nieuwe wet (i) voert een bronbelastingverplichting in voor houdstercoöperaties; en (ii) verruimt de algemene vrijstelling van de bronbelastingverplichting. Een houdstercoöperatie is een coöperatie waarvan de activiteiten voor ten minste 70% bestaan uit het houden van deelnemingen of het (direct of indirect) financieren van verbonden entiteiten of natuurlijke personen. Onder de huidige wetgeving zijn dergelijke coöperaties, die ook worden gebruikt in internationale belastingstructuren, niet onderworpen aan de dividendbelasting, behalve in bepaalde "misbruiksituaties". Er wordt nu wetgeving voorgesteld om de behandeling van dividend-WBTW voor coöperaties gelijk te trekken met entiteiten met een in aandelen verdeeld kapitaal. Momenteel geldt voor deze vennootschappen een algemene vrijstelling in binnenlandse situaties en voor betalingen uit EU/EER-landen. Daarom zijn dividenduitkeringen door bijvoorbeeld BV's en NV's in principe onderworpen aan 15% dividend WHT.
De wetgeving beoogt het bovengenoemde verschil tussen houdstercoöperaties en naamloze en besloten vennootschappen op te heffen door de inhoudingsplicht op te leggen aan dergelijke coöperaties en de algemene vrijstelling van de inhoudingsplicht voor naamloze en besloten vennootschappen te verruimen. Met de wet om de dividendbelasting op nationaal niveau volledig af te schaffen, waardoor groepsmaatschappijen in principe geen beroep hoeven te doen op belastingverdragen, volgt Nederland naburige jurisdicties als België, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. Om kunstmatige structuren te voorkomen waarbij Nederland wordt gebruikt als een "doorstroomjurisdictie", zijn er echter antimisbruikmaatregelen ingevoerd en is er met name voldoende substantie vereist om ervoor te zorgen dat de dividendvrijstelling alleen van toepassing is in actieve/echte situaties.