Wijziging verliesverrekeningsregels: voorkoming van verliesverdamping en herwaardering van actieve belastinglatenties

Op 28 mei 2021 werd bekendgemaakt dat er geen obstakels meer zijn voor de beoogde wijziging van de verliesverrekeningsregels in de vennootschapsbelasting. De beoogde wijzigingen zijn reeds aangekondigd bij het Belastingplan 2021, met als voorwaarde voor voortzetting dat een uitvoeringstoets met goed gevolg zou worden afgesloten. Nu de uitvoeringstoets met goed gevolg is afgesloten, kunnen de wijzigingen van de verliesverrekeningsregels met ingang van 1 januari 2021 in werking treden. Wat houden deze wijzigingen in, hoe kan verliesverdamping worden voorkomen en op welke wijze hebben de wijzigingen impact op (bijvoorbeeld) belastinglatenties?


21 Jun. '21 6 min. Yoran Noij

Momenteel kunnen verliezen één jaar achterwaarts en zes jaren voorwaarts worden verrekend. Eén van de belangrijkste wijzigingen van het aangenomen voorstel is dat verliezen van boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2022 één jaar achterwaarts en onbeperkt voorwaarts kunnen worden verrekend. Daarbij geldt dat de in 2022 aanwezige verliezen (van de voorgaande jaren) eveneens onbeperkt voorwaarts verrekenbaar zijn (in plaats van de respectievelijk negen en zes jaren die voorheen golden). De nuance die daarbij geldt, is dat niet in alle gevallen de volledige belastbare winst van een bepaald jaar “beschikbaar is” om verliezen mee te verrekenen. Zo zal een belastbare winst tot € 1.000.000 wel volledig beschikbaar zijn om verliezen mee te verrekenen, maar voor zover de belastbare winst hoger is dan € 1.000.000, zal deze slechts voor 50% beschikbaar zijn om verliezen mee te verreken. Bij een winst van € 1.500.000 zal dus € 1.000.000 plus € 250.000 (zijnde 50% van het surplus van € 500.000) beschikbaar zijn om in dat jaar – zowel voorwaarts als achterwaarts – te verrekenen (in totaal dus € 1.250.000).

Een en ander zorgt dus enerzijds voor een verruiming en anderzijds voor een beperking van de bestaande verliesverrekeningsregels. Zo zal de (voorwaartse) verliesverrekeningstermijn worden verruimd, met de beperking dat in sommige gevallen niet de volledige winst beschikbaar is voor verrekening van verliezen.

Een niet mis te verstaan voordeel is dat bestaande verliezen, die momenteel nog een eindige verliesverrekeningstermijn hebben, eveneens een oneindige verliesverrekeningstermijn krijgen (Kamerstukken II 2020-2021, 35572, nr. 12, p. 4). Dit betekent dat verliezen vanaf het jaar 2013 (destijds gold een voorwaartse verliesverrekeningstermijn van negen jaar), die meegenomen worden naar het boekjaar 2022, vanaf dan oneindig voorwaarts verrekenbaar zijn. Deze “omzetting” betekent (onder andere) dat het voordelig is om gedurende 2021 verliezen uit 2012 aan te wenden (al dan niet middels een taxable event – zie hierna). Daarnaast kan de omzetting potentieel van invloed zijn op de verslaggeving van verrekenbare verliezen op de commerciële balans. Hierna worden deze items nader toegelicht.

Voorkomen van verliesverdamping verlies uit 2012

Aangezien verliezen vanaf het jaar 2013 per volgend jaar onbeperkt voorwaarts verrekenbaar zijn, rijst de vraag hoe om kan worden gegaan met bestaande verliezen uit het jaar 2012. Indien zulke verliezen namelijk aanwezig zijn, is 2021 het laatste jaar waarin deze verliezen kunnen worden verrekend. Per 2022 zullen deze verliezen namelijk verdampen. Gelet op het feit dat alle overige verrekenbare verliezen in de toekomst onbeperkt verrekenbaar zijn is het verstandig om gedurende 2021 het verlies uit 2012 te verrekenen door middel van verliesverjonging (ook wel een taxable event triggeren). Verliesverjonging is in principe alleen voordelig in het geval de (eventueel) gemaakte reguliere winst in 2021 ontoereikend is om de verliezen uit 2012 (volledig) aan te wenden. Verliesverjonging dient plaats te vinden binnen de kaders van wet en regelgeving, dient conform de algemene regels van goed koopmansgebruik te zijn en (meer in het bijzonder) een bestendige gedragslijn te kennen.

Doorgaans vindt verliesverjonging plaats door stille reserves te realiseren. Als de werkelijke waarde van een (im)materieel activum hoger is dan de boekwaarde, is een stille reserve aanwezig. Door dit activum (buiten de fiscale eenheid) over te dragen zal de verkoper een winst realiseren waarop de verrekenbare verliezen kunnen worden aangewend. Via bijvoorbeeld een sale-and-lease-back-transactie kan de onderneming weer gebruik maken van het activum. Daarnaast kan verliesverjonging plaatsvinden door opzettelijk de fiscale eenheid (deels) te verbreken om zo de sanctie van art. 15ai Wet Vpb 1969 op zich af te roepen. De overdracht van een activum aan een gelieerde entiteit dient altijd op zakelijke grondslag te berusten (dat wil zeggen dat enkel een zakelijke verkoopprijs in aanmerking kan worden genomen).

Opnemen belastinglatenties verrekenbare verliezen (RJ 272/IFRS)

De bekendmaking van de wijzigingen in de verliesverrekeningsregels op 28 mei 2021 kan daarnaast van invloed zijn op de verslaggeving van actieve belastinglatenties op de commerciële balans. Voor verslaggevingsdoeleinden dient namelijk per de datum van bekendmaking rekening te worden gehouden met deze wijzigingen. Concreet kan dit (in sommige gevallen) een wijziging betekenen van de waardering van de (on-balance) verrekenbare verliezen van een vennootschap. In het geval geen on-balance wijziging van de actieve belastinglatentie plaatsvindt, zal een off-balance wijziging moeten worden doorgevoerd.

De Raad voor de jaarverslaggeving (“RJ”) schrijft voor dat bij aanwezigheid van (on-balance) beschikbare verrekenbare verliezen een latente belastingvordering dient te worden opgenomen “voor zover het waarschijnlijk is [bold YN] dat er toekomstige fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee verliezen kunnen worden gecompenseerd en verrekeningsmogelijkheden kunnen worden benut” (cf. RJ 272.311). Deze waarschijnlijkheid wordt genuanceerd door (onder andere) het volgende criterium te stellen: “het is waarschijnlijk dat de rechtspersoon fiscale winst zal hebben voordat de verliescompensatie en verrekeningsmogelijkheden expireren [bold YN]” (cf. RJ 272.313 onderdeel b). De voorschriften van de RJ zijn in grote lijnen gelijk aan die van de International Financial Reporting Standards (“IFRS”). De redenaties zullen daarom in de meeste gevallen ook opgaan in het geval van IFRS.

Zoals reeds is opgemerkt kunnen verliezen uit 2013 en verder per 1 januari 2022 oneindig voorwaarts worden verrekend. Deze wijziging in de verliesverrekeningsregels brengt met zich dat aan het laatstgenoemde subjectieve criterium sneller zal worden voldaan omdat voor verliezen uit 2013 en verder het onderstreepte additionele criterium niet meer geldt. Deze verrekenbare verliezen kunnen namelijk niet meer expireren, waardoor – ons inziens – enkel het subjectieve criterium resteert of het waarschijnlijk is dat de rechtspersoon voldoende fiscale winst zal kunnen genereren ter dekking van deze verliezen.

Als gevolg zijn voorbeelden denkbaar van ondernemingen waarvan, aan de hand van dit versoepelde criterium (als in, een criterium zonder expiratiemogelijkheid van verliezen), het waarschijnlijk(er) is dat voldoende fiscale winst aanwezig zal zijn ter dekking van de bestaande verrekenbare verliezen, hetgeen van invloed is op de waardering van de verrekenbare verliezen op de commerciële balans. Dit zal (bijvoorbeeld) aan de orde zijn ingeval onder de huidige – eindige – verliesverrekeningstermijnen, de verwachte operationele resultaten onvoldoende zijn, terwijl de verwachte operationele resultaten in de termijn daarna wel toereikend zijn ter aanwending van de bestaande verrekenbare verliezen. In dat geval zal een herwaardering van de belastinglatentie plaats moeten vinden. Het is echter de vraag of de soep zo heet wordt gegeten, aangezien accountants in de controle rekening houden met de winstverwachting op de (middel)lange termijn (5 á 10 jaar). Deze termijn brengt dusdanige variabelen met zich mee dat een concrete/accurate winstverwachting in veel gevallen lastig zal zijn. Hierdoor zal het aantal gevallen waarbij een actieve belastinglatentie moet worden geherwaardeerd (vermoedelijk) beperkt zijn.

Takeaways

  • De wijzigingen in de verliesverrekeningsregels zorgen enerzijds voor een verruiming en anderzijds voor een beperking ten opzichte van de bestaande verliesverrekeningsregels. Zo zal de (voorwaartse) verliesverrekeningstermijn worden verruimd, met de beperking dat in sommige gevallen niet de volledige winst beschikbaar is voor verrekening van verliezen.
  • Voor kleine en middelgrote ondernemingen zal deze beperking doorgaans niet een rol spelen, waardoor de wijzigingen enkel voordelig uitpakken vanwege de oneindige verrekening van verliezen vanaf het jaar 2013. Om te voorkomen dat een bestaand verrekenbaar verlies uit 2012 verdampt, kan via een taxable event dit verlies worden aangewend.
  • De wijzigingen in de verrekenprijsregels kan (in sommige gevallen) tevens een wijziging van de waardering van de verrekenbare verliezen op de commerciële balans betekenen. Concreet zal herwaardering van de belastinglatentie plaats moeten vinden ingeval, onder de huidige – eindige – verliesverrekeningstermijnen, de verwachte operationele resultaten onvoldoende zijn om de bestaande verrekenbare verliezen aan te wenden, terwijl de verwachte operationele resultaten in de termijn daarna wel toereikend zijn ter aanwending van de bestaande verrekenbare verliezen. Het is echter de vraag of de soep zo heet wordt gegeten, aangezien accountants in de controle rekening houden met de winstverwachting op de (middel)lange termijn (5 á 10 jaar).

Disclaimer

De informatie in deze bijdrage is van algemene aard en heeft geen betrekking op de specifieke omstandigheden van een bepaald individu of een bepaalde entiteit. De informatie is bedoeld voor algemene informatieve doeleinden en kan niet als advies worden beschouwd. Hoewel we ernaar streven om nauwkeurige en tijdige informatie te verstrekken en er veel zorg is besteed aan het samenstellen van deze bijdrage, kan er geen garantie worden gegeven dat dergelijke informatie correct is vanaf de datum waarop deze is ontvangen, of dat deze in de toekomst correct zal blijven. Niemand mag op basis van dergelijke informatie handelen zonder passend professioneel advies na een grondig onderzoek van de specifieke situatie. Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor de gevolgen die voortvloeien uit het gebruik van de informatie in deze publicatie.


Yoran Noij

Yoran is an associate and member of the Dutch Association of Tax Advisers (NOB)

Meer over Yoran Noij

Terug