Ecofin-vergadering: verplichtingen voor tussenpersonen en wijzigingen in de zwarte lijst van de EU

Op 13 maart 2018 bereikte de Raad van de Europese Unie een akkoord om bepaalde meldingsverplichtingen vast te stellen voor tussenpersonen, zoals belastingadviseurs, accountants en advocaten. De ontwerprichtlijn die de Raad heeft aangenomen is relevant voor alle belastingadviseurs (inclusief interne fiscalisten) die adviseren over internationale cliënten, en de termijnen van mogelijke meldingsverplichtingen moeten zorgvuldig in de gaten worden gehouden. De Raad heeft ook overeenstemming bereikt over wijzigingen aan de zwarte lijst van de EU.

Verplichtingen voor tussenpersonen die adviseren over belastingplanningsregelingen

De Raad van de Europese Unie heeft overeenstemming bereikt over een ontwerprichtlijn die de transparantie moet vergroten om agressieve grensoverschrijdende belastingplanning aan te pakken. De ontwerprichtlijn verplicht tussenpersonen zoals belastingadviseurs, accountants en advocaten die belastingplanningsconstructies ontwerpen en/of promoten om constructies te melden die als mogelijk agressief worden beschouwd. Er zullen sancties worden opgelegd aan tussenpersonen die zich niet aan de regels houden.

De ontwerprichtlijn stelt "keurmerken" vast om de soorten regelingen te identificeren die aan de belastingautoriteiten moeten worden gemeld. Bepaalde keurmerken zullen alleen van toepassing zijn als ook is voldaan aan een bredere "hoofdvoordeeltest". Deze hoofdvoordeeltest is vergelijkbaar met de hoofddoeltoets zoals uiteengezet in BEPS-actie 6, en is in het algemeen vervuld als kan worden vastgesteld dat het belangrijkste voordeel (of een van de belangrijkste voordelen) dat een persoon redelijkerwijs van een constructie mag verwachten, het verkrijgen van een belastingvoordeel is.

De 'keurmerken' bestaan uit generieke en specifieke keurmerken. De algemene keurmerken hebben specifiek betrekking op de overeenkomst tussen de tussenpersoon en de belastingbetaler. Een voorbeeld hiervan zijn vergoedingen die afhankelijk zijn van de hoogte van het belastingvoordeel dat uit een regeling voortvloeit. Opdat een generiek keurmerk van toepassing zou zijn, moet ook aan de hoofdvoordeeltest worden voldaan. Het hangt van het soort specifieke keurmerktest af of deze ook onder de hoofdvoordeeltest valt.

Specifieke kenmerktest gedekt door de belangrijkste voordeeltest

Voorbeelden van specifieke keurmerktests die alleen van toepassing zijn als aan de hoofdvoordeeltest is voldaan, zijn:

  1. een verliesgevend bedrijf overnemen en de verliezen gebruiken om de verschuldigde belasting te verlagen;
  2. de omzetting van inkomsten in een andere inkomstencategorie die op een lager niveau wordt belast;
  3. circulaire transacties die resulteren in het rondpompen van fondsen;
  4. aftrekbare grensoverschrijdende betalingen die in aanmerking komen voor een volledige vrijstelling of een preferentieel belastingstelsel op het niveau van de ontvanger; en
  5. situaties waarin de ontvanger van de aftrekbare betaling ingezetene is van een rechtsgebied dat vennootschapsbelasting heft tegen een tarief van nul procent of bijna nul procent.

Specifieke kenmerktest die niet onder de hoofdvoordeeltest valt

Een voorbeeld van een specifiek kenmerk dat niet hoeft te voldoen aan de toets van het belangrijkste voordeel om van toepassing te zijn, heeft betrekking op aftrekbare grensoverschrijdende transacties waarbij de ontvanger ofwel in geen enkele jurisdictie fiscaal inwoner is ofwel in een jurisdictie die op de zwarte lijst van de EU staat. Ook een regeling die resulteert in een vermindering van dubbele belasting met betrekking tot dezelfde inkomsten- of vermogensbestanddelen in meer dan één rechtsgebied zou onder deze test vallen. Andere specifieke keurmerken hebben betrekking op regelingen die bedoeld zijn om de automatische uitwisseling van informatie en economische eigendom te omzeilen, en bepaalde regelingen met betrekking tot verrekenprijzen.

Automatisch uitgewisselde informatie

De lidstaten zullen de informatie die zij ontvangen automatisch moeten uitwisselen via een gecentraliseerde databank. De lidstaten hebben bovendien tot 31 december 2019 de tijd om de bepalingen van de ontwerprichtlijn om te zetten in nationale wet- en regelgeving. Vervolgens zullen de rapportageverplichtingen van toepassing zijn vanaf 1 juli 2020 en zullen de lidstaten om de drie maanden informatie moeten uitwisselen (binnen één maand na het einde van het kwartaal waarin de informatie werd ingediend). De eerste automatische uitwisseling van inlichtingen zal dus op 31 oktober 2020 voltooid zijn.

Deel dit artikel op:

Anneke Francissen

Anneke Francissen is belastingadviseur en lid van de Nederlandse

Medeauteur(s):

Gerelateerde berichten

Voel je vrij om met ons van gedachten te wisselen over jouw belastingpositie en/of die van je bedrijf.

Contactformulier

Locaties

Nijmegen

FiftyTwoDegrees Jonkerbosplein 52 6534AB Nijmegen Nederland

Amsterdam

Nieuwezijds Voorburgwal 162 1012 SJ Amsterdam Nederland

Onderzoek en artikelen

We verzamelen cookies om het verkeer en de prestaties van onze website te analyseren; we verzamelen nooit persoonlijke gegevens. Voorwaarden lezen